U bent hier

Artikel: 'Slechtnieuwsgesprekken in de oncologie: shift van diagnose naar prognose.'

In het verleden werden kankerpatiënten door hun arts niet ingelicht. Artsen gingen voornamelijk te werk vanuit een paternalistisch oogpunt en wilden patiënten geen „kwaad doen” door hen de diagnose te vertellen. Geleidelijk aan kwam er meer aandacht voor de autonomie van de patiënt, zodat nu algemeen aanvaard wordt dat patiënten recht hebben op de door hen gewenste informatie en dat ze mee kunnen beslissen over de te volgen behandeling. Tegenwoordig wordt aan patiënten meestal de diagnose medegedeeld. Er zijn echter aanwijzingen dat artsen nog steeds dezelfde problemen hebben met het vertellen van een prognose als vroeger met het mededelen van een diagnose. Verschillende onderzoeken tonen aan dat patiënten toch ook ingelicht willen worden over hun prognose. Omwille van de autonomie van de patiënt is het belangrijk dat ingegaan wordt op een eventuele vraag naar de mogelijke levensverwachting, omdat patiënten zo plannen kunnen maken voor de toekomst. Het kennen van een prognose kan ook belangrijke gevolgen hebben voor de therapiekeuze. Belangrijke belemmeringen om een prognose te vertellen worden geïdentificeerd en vanuit de literatuur wordt een patiëntgerichte aanpak voorgesteld die artsen kan ondersteunen bij het bespreken van een prognose.

Snauwaert C., Van Belle S. (2009). Slechtnieuwsgesprekken in de oncologie: shift van diagnose naar prognose. Tijdschrift voor Geneeskunde, 2009,65, 8, 343-347.

Auteur: 
Snauwaert C. & Van Belle S.
X

Op de hoogte blijven van ons nieuws, onze artikels en opleidingen? Schrijf je snel in voor onze nieuwsbrief!